Govrien Oldenburger, 20 maart 2016.

WAT DOEN DEZE WILDE DIEREN IN ROTTERDAM?

Dromedarissen die voor Rotterdam CS staan, kangoeroes die over de Lijnbaan springen en olifanten die langs het Feyenoord-stadion slenteren. In fotoboek Wild Wild Rotterdam dat vrijdag verscheen, leek het allemaal doodnormaal. Hoe kwámen de makers erop?

‘Een paar jaar geleden hebben wij voor de grap een leeuw in de Maasvlakte geshopt’, vertellen ze. ‘Daar verzonnen we een verhaal bij, dat-ie was uitgezet door de overheid. “Waar denken ze nou dat die leeuw van kan leven?” schreven we. “We zien helemaal geen hertjes ofzo.” We zetten onze foto’s altijd op social media en ineens kregen we enorm veel reacties, ook uit andere landen.’

‘Sommige mensen geloofden het. “Doet de Nederlandse overheid dit echt? Wat is dit nou?”, kregen we dan te horen. Langzaam kregen we het idee om er een boek van te maken.’

‘We hebben geprobeerd eigenzinnige portretten van Rotterdam te maken. Driekwart van de foto’s zijn de echt bekende plekken zoals de Markthal en het CS. Maar ook het Windscherm bij het Calandkanaal staat erin. Dat vinden wij het mooiste gebouw van Nederland. Het is heel spectaculair met van dat stoere beton. De neushoorns die we ervoor hebben gezet, lijken wel van hetzelfde materiaal gemaakt.’

‘De foto die op de cover staat, van de Markthal, vinden we geslaagd: een maan met huilende wolven, dat werkt goed. En de dromedaris bij het Centraal Station is ook goed gelukt. Die piramidevorm past mooi bij een dromedaris. We hebben goed gekeken of het werkt, of je het gelooft en of je er vrolijk van wordt.’

‘De basisfoto’s zijn van onszelf en de dieren zijn online stockfoto’s. Gemiddeld zijn we een dag bezig geweest per foto. De dolfijnen op de foto van de Spido-rondvaartboot waren het moeilijkst. We hadden wel meer foto’s van dolfijnen maar we wilden per se deze gebruiken. Ze stonden op een vieze stockfoto met te felle kleuren. Om dat goed te krijgen was een hele uitdaging.’

‘We hopen dat het een leuk alternatief is voor al het beeld dat er al is van Rotterdam. En dat de stad die ze kennen vermengd wordt met het fabelachtige. We hopen dat de fantasie een beetje op weg wordt geholpen.’